Ik weet het niet meer.
Ik denk, dat ik maar vrouwenhater wordt.
't Is toch niks gedaan.
Zeg nou zelf.
Ik heb een net pak, ik draag keurige boorden, elken dag een schoon, beschaafde, mooie dassen, ik scheer me elken morgen, poets mijn schoenen, mijn tanden, kam mijn haren, kortom, ik zie er altijd onberispelijk uit en toch moeten de meisjes me niet.
Mijn vriend Barend zegt (en die kan het weten): ,,dat komt, omdat jij de meisjes niet kent.
Je moet weten, hoe je met ze om moet gaan, dingen zeggen, die ze graag hooren en zoo.
Je moet op hun speciaal vrouwelijke gevoelens weten te werken.
Je hebt geen idee hoe graag ze dat hebben."
Nou tref ik het.
Vorige week was ik op een verjaardagsfuif, waar ook Barend met zijn lieve zusje was.
We gingen vroeg naar huis en Barend weet het zo te schipperen, dat ik Suzie weg breng.
Een pracht van een voorjaarsavond.
Geurende bloesems, kweelende nachtegaaltjes en een volle maan als een Edammer kaas boven onze hoofden de weg naar Sizie's huis loopt door een heerlijk Bosch, waar gewoon geen zitplaatsen meer te krijgen zijn.
We lopen langzaam en praten heel gezellig over koetjes en kalfjes en over het weer.
Als het laantje in het oog komt, waar Suzie´s huis staat, legt ze haar arm in de mijne en gaat nog langzamer lopen.
´t was verrukkelijk.
,,Zeg Kees", zegtr ze ,,nou moet je eens heel eerlijk tegen me zijn.
Aan je vrienden kan je zooiets vragen hé?
Je moet me eens ronduit zeggen, hoe je me eigenlijk vindt,"
Ja, daar heb je het nu.
Dat zijn van die oogenblikken, waarin ik den heele boel verpruts.
Maar ik bedenk gelukig den les vanb Barend.
,,Je moet op hun speciaal vrouwelijke gevoelens werken:, zie die, en ik stak dus van wal: ,,Jij, Suzie, ik kan geen worden vinden om uit te drukken hoe je wel bent.
Zie je die Edammer kaas hierboven?
Zoo blank als haar licht is je zieltje.
Zie je de ontelbare sterren wel? Zoo ontelbaar zijn je deugden.
Hoor je wel hoe de nachtegaal zijn liefdeslied jubelt?
Zoo klinkt jou zilveren stemmetje als je lacht om een leuke mop.
Ruik je wel den zoeten geur van de bloeiende weigelia?
Zoo heerlijk ruikt jouw parfum als je je taschje opendoet.
Je handen zijn als blanke lelies, je oogen als vroege viooltjes, je hebt armen als de Venus van Milo, je slanke leest is als een berk in den voorjaarswind…" Enzoovoort.
Zoet vloeien de lofuitingen zonder einde van mijn lippen.
Al twee maal zijn we zoo Suzie's tuinhekje voorbij gewandeld en ik voel, hoe ze aan mijn lippen hangt.
Nu blijft ze eindelijk bij het hekje staan.
ik ben juist weer bij de bloemen gekomen.
,,Je bent als een orchidee, die geurt en die nooit verdort", zeg ik.
En toen zegt zij: ,,Je bent een naarling.
Ik heb je alleen maar naar de waarheid gevraagd.
Je moet maar probeeren een ander wat wijs te maken."
En ze slaat het hekje achter zich dicht en verdwijnt in den zoet geurenden tuin.
En nou vraag ik u?maar dat was nog lang niet alles.
Gister ging ik tennissen.
Het was slecht weer, zoodat alleen Dientje er was.
Daar had ik op gerekend en ik verloor dan ook volgens de regelen der kunst een paar games van haar, toen een fiksche regenbui ons dwong te pauzeeren.
We gingen dus in het restaurant zitten, waar het heel stil en heel gezellig was.
We dronken the, rookten cigaretten en praaten over koetjes en kalfjes en over het weer.
En buiten plaste de regen neer, terwijl de radio kweelde ,,Nun muss sich alles, a-a-alles wenden".
't Was verrukkelijk!
Toen legde Dientje haar hand in den mijne en zie: ,,Zeg Kees, nuo moet je eens heel eerlijk tegen me zijn.
Aan je vrienden kan je zooiets vragen, hé?
Je moet me eens heel ronduit zeggen, hoe je me eigenlijk vindt,"
Haha,ik had pas geleerd, nietwaar! Ik zou niet weer een naarling zijn.
Ze wilde de waarheid hooren, niets dan de waarheid…
Ik stak dus van wal: ,,Nou, dat gaat wel.
Je bent een beetje te dik, je beenen zijn te kort, waardoor het net lijkt of je waggelt.
Je hebt leelijke armen en je moest eigenlijk geen jurken zonder mouwen dragen.
Je kleedt je trouwens heelemaal met weinig smaak.
Je hebt een mopneus en je mond hangt altijd een beetje open.
Je spreekt erg geaffecteerd en doet heelemaal wat aanstellerig.
Je bent.."
,,Jij bent een naarling:, zei ze opeens, terwijl ze me midden in dat rustige restaurant een oorvijg gaf, ..en ik zal je leeren hoe je met een dame moet spreken."
En nou vraag ik u in ernst.
Dat Dientje dat meende van dat "leeren" is natuurlijk niet waar.
Trouwens, ik leer het toch nooit.
Daarom zei ik al, ik weet het niet meer.
Ik denk, dat ik maar vrouwenhater wordt.
't Is toch niks gedaan
CEZET.